Artikel 8 Woongebied
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. woningen, in de vorm van gestapelde woningen;
-
b. wegen, straten en paden;
-
c. waterlopen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen
met de daarbij behorende:
-
d. erven, tuinen en paden;
-
e. speelvoorzieningen;
-
f. parkeervoorzieningen;
-
g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2 Bouwregels
Op de voor 'Woongebied' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
8.2.1 Woongebouwen
Voor het bouwen van woongebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
a. het aantal woongebouwen bedraagt niet meer dan 3;
-
b. het aantal woningen mag niet meer dan 54 bedragen;
-
c. het bebouwingspercentage bedraagt niet meer dan 45% van het bouwvlak;
-
d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan aangeduid;
-
e. de onderlinge afstand tussen woongebouwen mag niet minder dan 5 m bedragen;
-
f. parkeervoorzieningen zijn inpandig toegestaan;
-
g. de parkeergarage mag maximaal uit 1 bouwlaag bestaan en dient te worden gebouwd met een maximum van 1,5 meter boven peil.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen;
-
b. de bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt niet meer dan 6 m;
-
c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 2,5 m.
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
-
a. het beginsel van bebouwingsconcentratie;
-
b. het bebouwingsbeeld;
-
c. de landschappelijke inpassing;
-
d. de milieusituatie;
-
e. de verkeersveiligheid;
-
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
g. de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen.
8.4 Ontheffing van de bouwregels
8.4.1 Ontheffing voor woongebouwen
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 8.2.1 onder c en een bebouwingspercentage van 55% toestaan, mits de waterhuishoudkundige voorzieningen niet op onevenredige wijze worden aangetast.
8.4.2 Afwegingskader
Bij toepassing van de ontheffingsmogelijkheden vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
-
a. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;
-
b. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden geschaad;
-
c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
-
d. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de milieutechnische, de waterhuishoudkundige, de archeologische, de ecologische en de verkeerstechnische toelaatbaarheid.
8.4.3 Procedure
Voor een besluit tot ontheffing geldt de in 13 vermelde voorbereidingsprocedure.
8.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in artikel 8.1 onder a ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf, mits:
-
a. de activiteiten geen hinder voor het woonmilieu opleveren;
-
b. de activiteiten zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk doen aan het karakter van de woning;
-
c. de activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken;
-
d. de activiteiten geen afbreuk doen aan de woonfunctie en daaraan ondergeschikt zijn in die zin dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven;
-
e. het oppervlak van de woning dat voor bedrijfsmatige activiteiten wordt gebruikt niet meer bedraagt dan 50 m²;
-
f. de bedrijfsuitoefening geschiedt door diegene die in de woning woonachtig is.