Haaksbergen-Dorp, partiele herziening Frankenhuisterrein

6.3.1 Opbouw planregels

De planregels zijn ondergebracht in een viertal hoofdstukken:

• Inleidende regels; met daarin een aantal bepalingen die van belang zijn voor een juiste interpretatie en toepassing van de planregels in de overige hoofdstukken (begrippen en wijze van meten).
• Bestemmingsregels; waarin per bestemming een bestemmingsomschrijving, bouwregels, nadere eisen, ontheffing van de bouwregels, specifieke gebruiksregels, ontheffing van de gebruiksregels, aanlegvergunning, sloopvergunning en wijzigingsbevoegdheid kunnen zijn opgenomen. Dit is afhankelijk van de bestemming.
• Algemene regels; waarin algemene geldende regels zijn opgenomen zoals bijv. algemene ontheffingsregels en algemene wijzigingsregels.
• Overgangs- en slotregels: waarin overgangsregels en slotregels zijn opgenomen.

Inleidende regels
De inleidende regels behoeven hier geen nadere toelichting.

Bestemmingsregels
De bestemmingsregels kennen alle een zelfde opbouw. Deze opbouw bestaat over het algemeen uit achtereenvolgens, voor zover aanwezig, de volgende leden:

• lid 1; bestemmingsomschrijving;
• lid 2; bouwregels;
• lid 3; nadere eisen;
• lid 4; ontheffing van de bouwregels;
• lid 5; specifieke gebruiksregels;
• lid 6; ontheffing van de gebruiksregels,
• lid 7; aanlegvergunning;
• lid 8; sloopvergunning;
• lid 9; wijzigingsbevoegdheden.

De bestemmingsomschrijving is de centrale bepaling van elke bestemming. In deze bestemmingsomschrijving worden de functies genoemd, die binnen de bestemming zijn toegestaan. De bouwregels zijn direct gerelateerd aan de bestemmingsomschrijving. Ook het gebruik van grond en bebouwing is gekoppeld aan de bestemmingsomschrijving. De ontheffingsregels en nadere eisen zijn gebaseerd op artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en geven burgemeester en wethouders de bevoegdheid om onder voorwaarden ontheffing te verlenen van een specifieke regel.

6.3.2 Toelichting op de bestemmingen

Groen (G)
De tot 'Groen' bestemde gronden zijn de meer structurele of in principe te beschermen groenvoorzieningen in het plangebied. Binnen de bestemming 'Groen' zijn ook wandel- en fietspaden, water en parkeervoorzieningen toegestaan.

Tuin
Deze bestemming is toegekend aan tuinen bij woningen, die hoofdzakelijk onbebouwd dienen te blijven. Er is wel een erkerregeling opgenomen.

Verkeer
De bestemming 'Verkeer' is gegeven aan het openbaar gebied in het plangebied met voornamelijk een verkeersfunctie. Binnen de bestemming zijn ook (openbare) verkeers- en verblijfsdoeleinden toegestaan.

Water
De tot 'Water' bestemde gronden zijn bedoeld voor de hoofdfunctie water, met de daarbij behorende functies.

Wonen (W)
Binnen de bestemming 'Wonen' wordt wonen toegestaan, eventueel in combinatie met een aanhuisverbonden beroep. Door middel van bouwaanduidingen is aangegeven welke bebouwing is toegestaan. Het betreft de aanduiding 'gestapeld' en 'aaneengebouwd'.

Woongebied (WG)
De tot 'Woongebied' bestemde gronden zijn bedoeld voor de bouw van drie appartementengebouwen, groen en waterhuishoudkundige voorzieningen. Aan dit gebied is deze bestemming gegeven omdat de waterhuishoudkundige opgave nog niet was vertaald in een ontwerp. Flexibliteit ten aanzien van de inrichting van het betreffende deel van het plangebied is daarom gewenst en met deze bestemming ook mogelijk.