direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Industrie-West, partiële herziening Langezaal
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1069-0001

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven zoals genoemd in de in Bijlage 1 opgenomen en bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1, 2 en 3;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afvalsorteerbedrijf' een afvalsorteerbedrijf;

met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, bouwwerken ten behoeve van voorzieningen van openbaar nut, groenvoorzieningen, interne ontsluitingswegen, verharding, parkeervoorzieningen en andere bijbehorende voorzieningen,

met dien verstande dat niet zijn toegestaan:

  • c. Bevi-inrichtingen;
  • d. zelfstandige kantoren, detailhandelsbedrijven, woningen cq. bedrijfswoningen;
  • e. kwetsbare objecten;
  • f. op- en overslaan en/of bewerken van gevaarlijk of radioactief afval en meststoffen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming, met uitzondering van bedrijfswoningen, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage van het bouwperceel bedraagt ten hoogste 85%, dan wel, indien een hoger bebouwingspercentage aanwezig is, het bebouwingspercentage zoals dit bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
  • c. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag niet worden overschreden.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt een maximale hoogte zoals is weergegeven in onderstaande tabel:

schoorstenen   15 m  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   20 m  
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 voor de oprichting van bouwwerken, geen gebouw zijnde, tot een hoogte van maximaal 30 m.

3.3.2 Afwegingskader

Van een afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 3.3.1 wordt slechts gebruik gemaakt indien:

  • a. de afwijking noodzakelijk is uit oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
  • b. op het bouwperceel parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang aanwezig is;
  • c. de verkeersveiligheid, brandveiligheid en een adequate brand- en rampenbestrijding gewaarborgd is;
  • d. dit uit milieuhygiënisch oogpunt aanvaardbaar is;
  • e. er geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
    • 1. de functionele en ruimtelijke structuur;
    • 2. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.