Plan: | Industrie-West, partiële herziening Langezaal |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0158.BP1069-0001 |
Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening moet in de toelichting op het bestemmingsplan een beschrijving worden opgenomen van de wijze waarop de milieukwaliteitseisen bij het plan zijn betrokken. Daarbij moet rekening gehouden worden met de geldende wet- en regelgeving en met de vastgestelde (boven)gemeentelijke beleidskaders. Bovendien is een bestemmingsplan vaak een belangrijk middel voor afstemming tussen de milieuaspecten en ruimtelijke ordening.
In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek naar de milieukundige uitvoerbaarheid beschreven. Het betreffen de thema's geluid, geur en stof en vervolgens luchtkwaliteit, externe veiligheid, fysieke veiligheid en bodem(kwaliteit).
De bedrijfsactiviteiten van Langezaal worden uitgevoerd op twee locaties die vrij dicht bij elkaar zijn gelegen en daarom in de zin van de Wet milieubeheer tot één inrichting worden gerekend. Het gaat om de locaties aan de Industriestraat 3-5 en de Industriestraat 20. Het voorliggende bestemmingsplan heeft uitsluitend betrekking op Industriestraat 3-5. De meer milieubelastende activiteiten zoals het bewerken van afvalhout, opslag en bewerken van groenafval, het verkleinen van autobanden, het bewerken van puin en op- en overslag van grond, vinden plaats op de locatie Industriestraat 20. Op de locatie Industriestraat 3-5 gaat het om de volgende activiteiten:
Een goede ruimtelijke ordening voorziet in het voorkómen van hinder en gevaar voor milieubelastende activiteiten. Door voldoende rekening te houden met milieubelastende activiteiten in relatie tot gevoelige functies, kan onaanvaardbare hinder en ontoelaatbaar gevaar worden voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen.
In een toelichting op een bestemmingsplan worden de gemaakte keuzes verantwoord.
In het kader van deze verantwoording is de brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (uitgave 2009) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten uitgangspunt. Indien een ruimtelijke ontwikkeling in overeenstemming is met de in deze brochure genoemde richtafstanden is in beginsel geen nader onderzoek vereist en kan er in beginsel van worden uitgegaan dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter hoogte van nabijgelegen gevoelige objecten.Indien er sprake is van een afwijking van de geadviseerde richtafstand, dient in de toelichting op het bestemmingsplan een motivering van de gemaakte afwegingen te worden opgenomen.
In deze brochure worden richtafstanden gegeven voor categorieën van bedrijven op basis van een SBI-code.
Ten aanzien van de scheiding van afval wordt het scheiden van afval onder SBI-code 372 C “Afvalscheidingsinstallaties”, ingedeeld bij milieucategorie 4.2. Voor deze inrichtingen geldt een richtafstand van 300 meter. Deze richtafstand is met name gebaseerd op het aspect 'geluid'. Ten aanzien van de aspecten stof en geur geldt een richtafstand van 200 meter. Voor het aspect gevaar geldt een richtafstand van 50 meter.
Benadrukt wordt dat de activiteiten van Langezaal betrekking hebben op het sorteren van afval. Er is geen sprake van een afvalscheidingsinstallatie als bedoeld in de VNG-bronchure.
Bij de vermelde afvalscheidingsinstallaties is sprake van (grotendeels) geautomatiseerde en milieubelastende afvalscheidings- en verwerkingsprocessen. Bij Langezaal vindt sortering plaats in de sorteerhallen, waarbij de materialen en stoffen mechanisch fysisch worden bewerkt. De ontstane fracties worden deels opgeslagen en deels -ter bewerking- naar een locatie elders gebracht.
Doordat de activiteiten voornamelijk inpandig plaats vinden, hebben zij minder milieurelevantie met name waar het gaat om de aspecten geluid, geur en stof. Daarnaast vinden de meer milieubelastende activiteiten zoals het bewerken van afvalhout, opslag en bewerken van groenafval, het verkleinen van autobanden, het bewerken van puin en op- en overslag van grond plaats op de locatie Industriestraat 20, die geen onderdeel uitmaakt van dit bestemmingsplan. De aard van de activiteiten en de daarbij getroffen maatregelen en voorzieningen rechtvaardigen dan ook een indeling in categorie 3 (maximale richtafstand 100 m). In de volgende paragrafen wordt hierop ten aanzien van de aspecten geluid, geur, stof en gevaar nader ingegaan.