Plan: | Industrie-West, partiële herziening Langezaal |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0158.BP1069-0001 |
Onderstaand wordt nader ingegaan op de aspecten geluidhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en bodem.
Sinds 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden en staan de hoofdlijnen voor regelgeving rondom luchtkwaliteitseisen beschreven in de Wet milieubeheer (hoofdstuk 5 Wm). De grenswaarden voor de luchtkwaliteit uit bijlage 2 van de Wm, betreffende de stoffen zwaveldioxide, stikstofdioxide, zwevende deeltjes (PM10), lood, koolmonoxide en benzeen in de lucht zijn het toetsingscriterium. Tevens is in deze bijlage een richtwaarde voor ozon gedefinieerd en zijn richtwaarden gegeven voor het totale gehalte in de PM10 fractie voor arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen. De grenswaarden geven een niveau van de buitenluchtkwaliteit aan dat, in het belang van de bescherming van de gezondheid van de mens en van het milieu in zijn geheel, niet mag worden overschreden. Indien één of meer grenswaarden (dreigen te) worden overschreden, dan dient te worden bepaald of de bijdrage van de inrichting aan de concentratie in de buitenlucht groter is dan 1% van de grenswaarden zoals genoemd in Bijlage 2 van de Wm.
Uit het luchtkwaliteitsonderzoek van SCM Milieu BV, gedateerd 8 mei 2009 (zie Bijlage 7) blijkt dat aan de grenswaarden voortvloeiende uit de Wet luchtkwaliteit voor zowel de jaargemiddelde als de 24-uurs immissieconcentraties wordt voldaan.
De bedrijvigheid van Langezaal vormen zelf geen risicovolle activiteiten in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Op basis van het Bevi dient wel bekeken te worden in hoeverre er zich in de omgeving van het bedrijf risicovolle activiteiten bevinden welke van invloed kunnen zijn op het plangebied. Het gaat daarbij om risicovolle objecten en risicovol transport.
Uit de inventarisatie blijkt de volgende risicovolle activiteiten van belang zijn:
Ten aanzien van deze objecten en activiteiten kan worden geconstateerd dat voor het plangebied alleen de risicovolle activiteit van het bedrijf UNIPRO mogelijk relevant is. De afstanden van de overige activiteiten zijn te groot om relevant te zijn voor toetsing aan de normen voor het plaatsgebonden risico of het groepsrisico.
Het bedrijf UNIPRO is aan te merken als een inrichting waar verpakte gevaarlijke stoffen worden opgeslagen in een hoeveelheid van meer dan 10.000 kg per opslagvoorziening als genoemd in art 2.1 onder f van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
Uit de risicoanalyse Unipro te Haaksbergen van het adviesbureau AVIV te Enschede, rapportnummer 101841, gedateerd 10 december 2010, blijkt dat het plangebied waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft niet binnen het invloedsgebied of de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 is gelegen. Daarmee kan aan de afstanden van het plaatsgebonden risico worden voldaan en is er geen sprake van een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico. Onderstaande afbeelding is afkomstig uit de risico-analyse, die is opgenomen in Bijlage 8.
Overigens zal Unipro binnenkort verhuizen naar het bedrijventerrein Stepelerveld.
Afbeelding 4.1 Plaatsgebonden risicocontour (bron: QRA Unipro, Adviesgroep Aviv BV)
Het aspect fysieke veiligheid beoogt het beschermen van mens, dier en milieu tegen (de gevolgen van) ongevallen en rampen. Ondanks de gerealiseerde veiligheidsmaatregelen en -voorzieningen blijft er een restrisico waarbinnen incidenten plaats kunnen vinden.
Bij nieuwe of bij het actualiseren van bestaande bestemmingsplannen toetsen de adviseurs van milieu en brandweer van de gemeente Haaksbergen de fysieke veiligheidsaspecten van de ruimtelijke ontwikkeling aan landelijke, regionale en gemeentelijke richtlijnen en/of regelgeving.
De handleiding Bluswatervoorziening en bereikbaarheid van de Nederlandse Vereniging van Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) van september 2003 geldt daarbij als uitgangspunt. Dit betreft de volgende onderdelen:
Het plangebied is voldoende bereikbaar. Het wordt ontsloten door een centrale poort die aan de openbare weg is gelegen. Er is voorzien in een sleutelbuis. Binnen het plangebied is geen openbare weg aanwezig. De gebouwen zijn echter prima bereikbaar met brandweervoertuigen. Een gebouw is voldoende bereikbaar als er binnen 40 meter van de brandweertoegang een opstelplaats is voor een brandweervoertuig.
De brandweerzorgnorm was tot voor kort de richtlijn waarin de opkomsttijd van de brandweer was geregeld. Per 1 oktober 2010 zijn de opkomsttijden opgenomen in het Besluit veiligheidsregio's. De opkomsttijd bestaat uit de tijd tussen de aanname van de melding door de meldkamer en de aankomst van de eerste brandweereenheid op de plaats van het incident. Het is dus een optelsom van de werkingstijd door de meldkamer, de tijd die de vrijwilligers nodig hebben om naar de kazerne te komen en de rijtijd van de kazerne naar de plaats van het incident.
In artikel 3.2.1 lid 1 van het Besluit veiligheidsregio's zijn voor verschillende gebouwfuncties verschillende tijdnormen opgenomen. In het plangebied liggen alleen kantoor- en industriefuncties, hiervoor geldt een opkomsttijd van 10 minuten.
In de huidige situatie (kazerne aan de Spanbeddestraat) is de gemiddelde tijd die de Haaksbergse vrijwilligers nodig hebben om naar de kazerne te komen 5 minuten. De gemiddelde verwerkingstijd van de meldkamer is 1,5 minuut. Om de opkomsttijd van 10 minuten te halen is er dan nog 3,5 minuut rijtijd over, dat is haalbaar.
In de nieuwe situatie (kazerne centraler gelegen in Haaksbergen) gaat de gemiddelde tijd die de Haaksbergse vrijwilligers nodig hebben om naar de kazerne te komen omlaag. Ook de rijtijd van de kazerne naar het plangebied gaat omlaag, aangezien de kazerne er dan dichter bij ligt. Dit heeft dus een gunstig effect voor de totale opkomsttijd.
Artikel 3.2.1 lid 2 van het Besluit veiligheidsregio's biedt het bestuur van de veiligheidsregio de mogelijkheid om voor bepaalde locaties opkomsttijden vast te stellen die afwijken van de tijdnormen. Het bestuur motiveert de keuze van de locatie en de mate van de afwijking.
Langezaal heeft de hallen van het afvalsorteerbedrijf voorzien van een sprinklerinstallatie.
De primaire bluswatervoorziening bestaat uit de dichtstbijzijnde brandkraan, deze ligt aan de noordkant van het plangebied, nabij de toegang. Het drinkwaterleidingnet levert ter plaatse ongeveer 150 m3/uur, met deze capaciteit kan de volgende brandkraan fungeren als secundaire bluswatervoorziening (90 m3/uur gedurende 4 uur onafgebroken). De tertiaire bluswatervoorziening is de Scholtenhagenvijver.
De zelfredzaamheid van de aanwezige personen in het plangebied is goed. Het betreft over het algemeen alleen medewerkers en bezoekers van Langezaal BV. Er is een uitgebreid noodplan beschikbaar.
De sirenedekking in het plangebied moet in principe voldoende zijn. Op de afbeelding is een fragment van de dekkingskaart te zien. Het plangebied valt daar in zijn geheel ruim binnen.
Afbeelding 4.2 Sirenedekking Haaksbergen
Ten aanzien van de samenhang binnen de veiligheidsketen zijn er voor dit plan geen bijzonderheden te noemen. Ten aanzien van het repressief optreden hoeven er geen bijzondere regels opgelegd te worden.
Voor het bestemmingsplan is de bodemkwaliteit op ontwikkelingslocaties een punt van aandacht.
Binnen het plangebied zijn in het verleden diverse onderzoeken uitgevoerd. Tevens is in het kader van de BSB-operatie een basisdocument inventariseren bodemonderzoek opgesteld. De beschikbare informatie is onder andere opgenomen in de rapporten:
Gegeven de in het rapport beschreven onderzoeksresultaten, wordt de grond vanuit milieuhygiënisch oogpunt geschikt geacht voor het beoogde gebruik.
Samenvattend wordt geconcludeerd dat de milieuaspecten geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid, fysieke veiligheid en bodem(kwaliteit) geen belemmeringen vormen.