direct naar inhoud van Regels
Plan: Bestemmingsplan Industrie-West, partiële herziening Langezaal
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0158.BP1139-0001

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

Het Bestemmingsplan Industrie-West, partiële herziening Langezaal met identificatienummer NL.IMRO.0158.BP1139-0001 van de gemeente Haaksbergen;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 afvalstoffen/afval:

afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1 Wet milieubeheer;

1.6 afvalsorteerbedrijf:

een bedrijf waarvan de activiteiten bestaan uit:

  • het innemen, op- en overslaan en sorteren (fysisch en/of mechanisch) van bedrijfsafval (BA) en bouw- en sloopafval (BSA),
  • het opwerken van gesorteerd bouw- en sloopafval (BSA) en gesorteerd bedrijfsafval (BA) tot hoogwaardigere materialen.
1.7 analoge verbeelding:

de verbeelding van het ”Bestemmingsplan Industrie-West, partiële herziening Langezaal”, met het nummer NL.IMRO.0158.BP1139-0001;

1.8 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.9 bebouwingspercentage:

een op de verbeelding van het plan of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd.

1.10 bedrijfsafval (BA):

sorteerbaar bedrijfsafval niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, autowrakken of gevaarlijke afvalstoffen. Hoofdbestanddelen (75% m/m*); hout, papier/karton, harde kunststoffen, metaal, gips, kleding/textiel en stenen.

* massafractie = massa component / massa mengsel

1.11 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.12 bestaand:

een bouwwerk, dat op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan bestaat of in uitvoering is, of na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een vergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend;

1.13 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.14 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.15 Bevi-inrichting:

een inrichting als bedoeld in artikel 2 van het Besluit externe veiligheid;

1.16 buitenopslag:

het opslaan van materialen in de open lucht;

1.17 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.18 bouwgrens:

een als zodanig op de verbeelding aangegeven lijn;

1.19 bouw en sloopafval (BSA):

sorteerbare afvalstoffen afkomstig van bouw- en sloopwerken. Hieronder wordt geen asbesthoudende materialen verstaan. Ook wordt hier niet onder verstaan: verontreinigde grond, teerhoudende materialen, schoorsteenpuin of puin verontreinigd met roet en/of minerale olie.

Hoofdbestanddelen (100% m/m*): BSA bestaande uit: hout A, B of B-massief, kunststoffen (folie, PVC, etc), mineralen, gips, zand, steen, ferrometalen, niet-ferrometalen, papier en karton.

* massafractie = massa component / massa mengsel

1.20 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.21 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.22 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.23 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.24 dagsituatie (geuremissie):

de dagsituatie betreft de periode van maandag tot en met zaterdag tussen 06:00 uur en 23:00 uur;

1.25 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of afleveren van goederen aan personen, die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.26 dierlijke afvalstoffen:

afval van dierlijke oorsprong;

1.27 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.28 geluidruimte:

totale geluidemissie per bouwperceel, dat beschikbaar is voor bouwpercelen van bestaande en toekomstige inrichtingen op het industrieterrein en die samenhangt met de reeds verdeelde/vergunde geluidemissie en de daarna nog bestaande reserve;

1.29 geluidsniveau in dB(A):

geluidsniveau als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;

1.30 geluidsvermogen:

de hoeveelheid akoestische energie die per seconde (J/s of het aantal W) door een geluidbron in de vorm van geluid (golven lucht rondom de bron) wordt uitgezonden;

1.31 geuremissie:

hoeveelheid geur die per tijdseenheid wordt geëmitteerd, uitgedrukt in Europeese geureenheden, gelijk aan de geurconcentratie in de geëmitteerde luchtstroom vermenigvuldigd met het standaarddebiet van de luchtstroom;

1.32 gevaarlijke afvalstoffen:

afvalstof die een of meer van de in CLP-verordening genoemde gevaarlijke eigenschappen bevat;

1.33 hout:

massief hout, geverfd hout, hardboard, zachtboard, niet zijnde snoeihout of hout dat asbest of andere gevaarlijke stoffen bevat;

1.34 huishoudelijke afvalstoffen:

huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer;

1.35 inrichting:

een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer;

1.36 kwetsbare objecten:

kwetsbare objecten als bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

1.37 meststoffen:

meststoffen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Meststoffenwet;

1.38 monostromen:

monostromen zijn eenduidige afvalstromen bestaande uit één materiaalsoort die relatief eenvoudig gescheiden ingezameld of afgescheiden kunnen worden uit een gemengde stroom;

1.39 nachtsituatie (geuremissie):

de nachtsituatie betreft de periode van maandag tot en met zaterdag tussen 23:00 uur en 06:00 uur en de zondag;

1.40 ondersteunende activiteiten:
  • het in werking hebben van een tankplaats, werkplaats, washal en/of weegbrug;
  • het stallen van vrachtwagens, machines, materieel e.d.;
  • het uitvoeren van kleinschalige onderzoeken (max. hoeveelheid per onderzoek: 50 kilogram);
  • administratieve werkzaamheden.
1.41 opslagcapaciteit:

de maximale opslag op een terrein;

1.42 overige bedrijfsafvalstoffen:

bedrijfsafval, KWD-afval, grof huisvuil, betonpuin verontreinigd, gemengd puin verontreinigd, glasafval verontreinigd, houtafval verontreinigd, kunststoffen verontreinigd, ijzer / schroot verontreinigd, papier en karton verontreinigd, sorteerrresidu en textiel verontreinigd.

1.43 peil
  • a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk grenst aan de weg: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte terrein.
1.44 productiecapaciteit:

de maximale productie in een bepaalde tijdeenheid;

1.45 radioactieve stoffen:

stoffen zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Kernenergiewet.

1.46 sorteren van afvalstoffen

inname van, en het uitvoeren van fysische handelingen met een (grond)stof, halffabrikaat, product of afvalstof - met uitzondering van gevaarlijk of radioactief afval, dierlijke afvalstoffen, teerhoudend asfalt, huishoudelijke afvalstoffen en meststoffen - om de eigenschappen of samenstelling daarvan te veranderen.

1.47 teerhoudend asfalt:

asfalt waarbij de concentratie aan PAK10 gelijk dan wel groter is dan 75 mg/kg droge stof.

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.4 de afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens:

vanaf de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelgrens.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven zoals genoemd in de in Bijlage 1 opgenomen en bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën:
    • 1. 1, 2 en 3.1 ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
    • 2. 1, 2, 3.1 en 3.2 ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2'.
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afvalsorteerbedrijf' een afvalsorteerbedrijf, met dien verstande dat buitenopslag uitsluitend is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. de opslag maximaal 7 dagen duurt;
    • 2. de opslag plaatsvindt in afgesloten dan wel afgedekte containers;
    • 3. het gaat om uitgesorteerde en overgeslagen monostromen ten behoeve van transport van ferro en non-ferrometalen, kunststoffen, papier en karton of natuurlijke en synthetische textiel, met dien verstande dat deze monostromen niet tot geurhinder mogen leiden;
    • 4. het totale oppervlak voor opslag van afvalstoffen beperkt blijft tot 200 m²;
    • 5. de opslag beperkt blijft tot maximaal 400 ton afvalstoffen.
  • c. ondersteunende activiteiten;

met de daarbij behorende:

  • d. gebouwen;
  • e. bouwwerken geen gebouw zijnde;
  • f. werken, geen bouwwerk zijnde, onder meer in de vorm van ontsluitingswegen;
  • g. voorzieningen, onder meer in de vorm van groen- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden waarbij geldt dat per 100 m2 brutobedrijfsvloeroppervlakte aan bedrijfsgebouwen dient te worden voorzien in tenminste 1,3 parkeerplaats(en).
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
  • c. het bebouwingspercentage van het bouwperceel bedraagt ten hoogste 85%;
  • d. de aangegeven bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' mag niet worden overschreden;
  • e. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ten minste 3 m, dan wel, indien een geringere afstand aanwezig is, de afstand zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. voor het bouwen van schoorstenen geldt dat:
    • 1. maximaal 2 schoorstenen zijn toegestaan;
    • 2. schoorstenen uitsluitend mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schoorstenen';
    • 3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 22 m.
  • b. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de aangegeven bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' niet mag worden overschreden.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Algemeen
  • a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
  • b. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van gronden en opstallen voor:
    • 1. Bevi-inrichtingen;
    • 2. zelfstandige kantoren;
    • 3. detailhandel;
    • 4. wonen;
    • 5. kwetsbare objecten;
    • 6. het innemen, op- en overslaan, sorteren en/of opwerken van gevaarlijke afvalstoffen;
    • 7. het innemen, op- en overslaan, sorteren en/of opwerken van radioactieve stoffen;
    • 8. het innemen, op- en overslaan, sorteren en/of opwerken van huishoudelijke afvalstoffen;
    • 9. het innemen, op- en overslaan, sorteren en/of opwerken van dierlijke afvalstoffen;
    • 10. het innemen, op- en overslaan, sorteren en/of opwerken van meststoffen;
    • 11. het innemen, op- en overslaan, sorteren en/of opwerken van teerhoudend asfalt.

3.3.2 Geuremissie, geluidproductie en productie- en opslagcapaciteit

Als strijdig gebruik wordt tevens aangemerkt:

  • a. het gebruik waarbij de geuremissie van de inrichting (industriestraat 3-5) tot gevolg heeft dat de hieronder aangegeven waarden worden overschreden:
    • 1. De totale geuremissie van de inrichting mag in de dagsituatie niet meer bedragen dan 63,5.106 odour units per uur;
    • 2. De totale geuremissie van de inrichting mag in de nachtsituatie niet meer bedragen dan 20.106odour units per uur.
  • b. Het gebruik waarbij het geluidsvermogen van de inrichting (industriestraat 3-5) tot gevolg heeft dat de geluidruimte (o.b.v. langtijdgemiddeld beoordelingsniveau) zoals opgenomen in bijlage 2 wordt overschreden;
  • c. Het gebruik waarbij de productie van de inrichting (industriestraat 3-5) tot gevolg heeft dat de maximale toegestane productiecapaciteit van:
    • 1. 60.000 ton per jaar aan gemengd bouw- en sloopafval wordt overschreden;
    • 2. 24.000 ton per jaar aan overige bedrijfsafvalstoffen wordt overschreden.
  • d. Het gebruik waarbij binnen de inrichting (industriestraat 3-5) opslag plaatsvindt van meer dan 33.000 ton aan gemengd bouw- en sloopafval en overige bedrijfsafvalstoffen, met dien verstande dat buitenopslag als bedoeld in lid 3.1 onder b niet wordt meegerekend.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 3.1 onder a, en toestaan dat tevens bedrijven worden toegelaten die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten of die volgens de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten van een hogere categorie zijn, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de reeds toegelaten categorie, met dien verstande dat de functies en activiteiten als genoemd in 3.3.1 onder b sub 1 tot en met 11 niet zijn toegestaan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene bouwregels

5.1 Bestaande en afwijkende maatvoering

In die gevallen dat de bestaande bouwhoogte van bouwwerken meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die bouwhoogte in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

5.2 Afwijkend bebouwingspercentage

In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

Artikel 6 Overige regels

6.1 Verwijzing naar adressen

De adressen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, betreffen de adressen zoals deze op de analoge verbeelding zijn terug te vinden ten tijde van de vaststelling van het plan.

6.2 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken
7.1.1

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot ,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
7.1.2

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning eenmalig afwijken van het bepaalde in lid 7.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 7.1.1 met maximaal 10%.

7.1.3

Lid 7.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

7.2 Overgangsrecht gebruik
7.2.1

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

7.2.2

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 7.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

7.2.3

Indien het gebruik, bedoeld in lid 7.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

7.2.4

Lid 7.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het 'Bestemmingsplan Industrie-West, partiële herziening Langezaal' van de gemeente Haaksbergen.